|
||||||||
|
“We record ANYTHING, ANYWHERE, ANYTIME …” ATOMICAT Records is een zuster label van Koko Mojo Records, gespecialiseerd in rock’n’roll en rockabilly. ’70 Years of the SUN SOUND – Volume 01: The Rockers’ is gewijd aan de SUN RECORDS, het platenlabel van Samuel “Sam” Cornelius Phillips, de “ontdekker” van o.a. Elvis Presley. Sun Studio had zijn thuisbasis op 706, Union Avenue in Memphis in Tennessee en werd gestart op 27 maart 1952, nadat Phillips daar twee jaar eerder zijn opnamestudio begonnen was. Sam Phillips had eerder met zijn broer Judd al Memphis Recording Service (Studio) gestart, maar dat mislukte, waarna Sam Phillips in opdracht van andere grote labels muziek opnam van o.a. B.B. King en Howlin' Wolf. Ook na de nieuwe oprichting van een platenlabel was er maar weinig succes, totdat in 1954 Elvis Presley er zijn “That's All Right” uitbracht. Sun Records is voornamelijk bekend geworden vanwege de kansen die het bood aan artiesten als Elvis Presley, Carl Perkins, Jerry Lee Lewis, Johnny Cash en Roy Orbison. Dit heeft hun carrière op weg geholpen. Hun muziek op dit platenlabel heeft later veel andere artiesten beïnvloed. Een bekende producer tot 1959 bij Sun was Jack Clement. Met niet minder dan 30 nummers op de track list, is deze hommage heel bijzonder, zeker gezien de keuzes van DJ Mark Armstrong. Atomicat Records is er immers gekend voor om voor hun compilaties, op zoek te gaan naar minder bekende artiesten en nummers. Vandaar hun filosofie: “to compile songs of quality with every album, it’s “killer and no filler” ideology!”.
’70 Years of the Sun Sound Volume 01 The Rockers’ focust zich op die artiesten, die singles opnamen bij Sun, Flip en Phillips International Records. De opnames dateren uit de periode 1954 tot 1963. Mijn selectie bestaat uit de charmante opener, “Boogie Blues” een roots boogie met het nodige gejodel van cowboy Earl Peterson. Earl Peterson werd geboren in Paxton, Illinois, maar voordat hij twee jaar oud was, verhuisden zijn ouders naar Michigan. Hij ontwikkelde al vroeg een liefde voor muziek - begon gitaar te spelen toen hij nog maar twee jaar oud was en begon toen met drummen toen hij 14 was. Na de middelbare school stopte Earl zijn rechtenstudie aan de universiteit om voor zijn muziek te gaan. In het midden van 1950 gaven Earl en zijn band, de Sons of the Golden West, twee shows per dag boven WFYC in Alma, Michigan. Earl had een tijdlang een uniek platencontract bij het Nugget-label, dat eigendom was van zijn moeder en hemzelf. Enkele van zijn nummers verschenen op het label ("The Michigan Waltz" en "Take Me Back To Michigan"). Later tekende hij bij Columbia Records en in 1954 bracht bij bij Sun “Boogie Blues” uit. Een andere keuze is “Listen to Me Baby” van Smokey Joe. Deze Sun opname uit 1955. Joseph Edward Baugh Jr. (1932-1999) was een rockabilly en countryzanger en pianist. Hij is geboren in Helena, Arkansas, en begon op 14-jarige leeftijd semi-professioneel piano te spelen in de buurt van Memphis. Rond 1952 trad hij toe tot de Shelby Follin Band, waar hij gitarist Paul Burlison ontmoette. Met Burlison begeleidde hij Howlin' Wolf bij radio-optredens in West Memphis. Daarna trad hij toe tot de Snearly Ranch Boys, geleid door Clyde Leoppard en nam met hen in het begin van 1955 de single "Split Personality" op, uitgebracht op het Flip-label, een uitloper van Sun Records, in het begin van 1955. Sam Phillips besefte dat Baughs’ kenmerkende raspende stem een zwart publiek kon aanspreken, hoewel Baugh zelf blank was. Hij tekende bij Sun Records en nam later in 1955 "The Signifying Monkey" op, een lied geschreven door Bill Taylor en Stan Kesler. Het nummer vormde de basis van Chuck Berry's "Jo Jo Gunne". De B-kant van deze hit was “Listen to Me Baby”. Hoewel Baugh verdere opnames voor Sun maakte, waaronder "Hula Bop", werden de meeste destijds niet uitgegeven, misschien omdat Baugh en Phillips een slechte relatie hadden. Baugh was ook aanwezig bij de opname van het "Million Dollar Quartet" in december 1956, met Perkins, Elvis Presley, Johnny Cash en Jerry Lee Lewis. Baugh's carrière werd beperkt door financiële problemen, alcohol en andere drugs. Hij verhuisde naar Waco, Texas, en vormde in 1970 een countryband, de Midnite Cowboys, met gitarist Buddy Holobaugh. Baugh stierf in 1999 in Monterey, Californië. Onderweg ontmoetten we ook nog een furieuze Barbara Pittman die op “I Need Man” duidelijk op zoek was naar de ware, Ray Smith die met “Right Behind You Baby” rockt als een Elvis kloon en countryzanger Edwin Bruce, die je met “More Pretty Girls than One” in de juiste kampvuur stemming brengt. Onder de indruk was ik van Alton & Jimmy en hun Gretsch op “No More Crying the Blues”, meezingen deed ik even met Bobby Wood op zijn gospelachtige “Everybody’s Searching” en herinneringen uit mijn pukkeljaren kwamen boven drijven op Jerry Lee Lewis’ “Sweet Little Sixteen”… Album tracklist: the artist featured range from the FAMOUS tot he great UNKNOWNS, together on one album they will shake your soul! “It's unbelievable how much name and fame passed by in the Sun Studio of genius Sam Phillips in Memphis!…” (ESC for Rootstime) Eric Schuurmans
|